Uit cijfers van de sectorfederatie Febelfin bleek eerder al dat hypothecaire kredieten met een variabele rente in de eerste helft van dit jaar aan belang wonnen. Die trend lijkt zich door te zetten. 'In november had 51 procent van de afgesloten hypotheekleningen een variabele rente', zegt de marktleider BNP Paribas Fortis. 'Ter vergelijking: in de eerste jaarhelft van dit jaar was dat 18 procent, en twee jaar geleden zaten we aan 6 procent.' Ook Argenta en ING spreken van een duidelijke toename. Bij Argenta lag de piek tijdens de zomer.
Een belangrijke reden voor de populariteit van de variabele rente heeft te maken met het beperkte risico dat verbonden is aan een mogelijke stijging van de rente. De wet bepaalt dat een variabel rentetarief niet meer mag stijgen dan het kan dalen ten opzichte van de oorspronkelijke rente. In de praktijk betekent dat dat het tarief maximaal kan verdubbelen over de looptijd van de lening. Bij de huidige rentestanden is dat maar een relatief kleine stijging. Wie bijvoorbeeld een lening afsluit met een driejaarlijks herzienbare rente van 1,15 procent ziet de rente nooit hoger uitkomen dan 2,3 procent.
Ook lijken steeds meer economen ervan uit te gaan dat een forse stijging van de langetermijnrente niet meteen op komst is, ook niet na de stopzetting van de obligatie-inkopen door de Europese Centrale Bank. 'Op dit moment verwachten we een gematigde opwaartse evolutie van de Belgische tienjarige rente op overheidsobligaties, die niet boven 1 procent zal uitkomen vóór 2020', zegt Julien Manceaux, senior econoom bij ING.
Bron: Peter Van Maldegem voor De Tijd 14/12/2018